4 mei-toespraak van burgemeester Fröhlich

4 mei 2024

“Het gesproken woord telt.”

Vandaag herdenken wij burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord. Zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.

Ook in Vijfheerenlanden herdenken we. In elk dorp, in elke stad, met onze eigen tradities en gebruiken. We herdenken om stil te staan bij de gruwelijkheden die een oorlog de mensheid brengt.

Door te herdenken houden we herinneringen in leven. Vaak lelijke herinneringen, maar ook deze moeten we elk jaar doorleven en herbeleven. Naarmate de tijd verstrijkt ontstaat er ruimte om die lelijke herinneringen heen. Ruimte waarin ook plaats is voor de lichtpuntjes.

We eren de mensen die zich hebben ingezet voor onze vrijheid. Dat doen we al 79 jaar. In al die jaren heeft onze kijk op de wereld zich ontwikkeld. En krijgt de inzet van mensen die zich opofferden voor vrijheid nog meer waarde. Zo maken we ons op voor ‘80 jaar vrijheid.’

In de opmaat naar ‘80 jaar vrijheid’ leven we met oorlog, ver weg en relatief dichtbij. Juist nu is herdenken noodzakelijk. Verschillende brandhaarden houden de wereld in hun greep. We moeten blijven herdenken, samen, met de tradities die daarbij horen. Ik ben dan ook blij om ook vanavond weer veel jonge mensen hier te zien.

Elk jaar zo bij elkaar komen is een traditie of -beter gezegd- een herinneringscultuur. Een cultuur is alles wat een samenleving voortbrengt en overdraagt, volgens het woordenboek. De Tweede Wereldoorlog ligt achter ons, maar binnen onze cultuur blijven we herdenken en ontwikkelt die cultuur zich.

Herinneringen ontwikkelen zich ook. Als je als volwassene terugkeert naar een plek waar je als kind was, is het toch anders. Kleiner of groter dan je dacht, andere kleuren, geuren. Er is die heel grote herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de onbeschrijflijk donkere schaduw die als een deken over ons heen ligt. Maar de échte impact komt van de vele persoonlijke herinneringen, die worden verteld of zijn opgeschreven.

Onze cultuur van herinneringen heeft zich ontwikkeld. Herdachten we aanvankelijk mensen die slachtoffer werden tijdens de Tweede Wereldoorlog, later voelden we de noodzaak om de oorlog en de geleerde lessen aan vandaag de dag te koppelen. Daarom werd de definitie uitgebreid naar: “iedereen die is omgekomen door oorlogsgeweld en tijdens vredesmissies, waar ook ter wereld sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De tijd heeft ons ook geleerd breder te kijken. Vandaar dat ik deze toespraak begon met de toevoeging van de koloniale oorlog in Indonesië.

Ondanks de oorlogen om ons heen blijft het besef dat we in Nederland in vrijheid mogen leven. Misschien komt het juist wel vanwege de onrust in de wereld dat dat besef steeds groter wordt, althans wel bij mij. Het geeft ons ook een verantwoordelijkheid om zorgvuldig met die vrijheid om te gaan. Juist nu. Juist nu mag niemand, geen enkele groep of persoon worden uitgesloten of gediscrimineerd,. Wat je achtergrond ook is, waar je ook vandaan komt, wat je seksuele voorkeur ook is, hoe je er ook uitziet. Hier is iedereen gelijk en mag niemand aan de kant worden gezet.

Dat moet hardop blijven worden gezegd. Want oorlog is niet alleen het product van machthebbers en dictators. Zij kenden medestanders, zij konden mensen met zich meenemen om hun gedachtegoed over te brengen. Die mensen, jong, onervaren, vaak in armoede, waren ervan overtuigd dat zij het goede deden. Anderen uitsluiten, om hun eigen positie in stand te houden.

Ook deze duistere kant van oorlog behoeft voortdurend aandacht. Want alleen als we alle kanten belichten werken we aan een mooie toekomst. Een wereld waarin iedereen zijn of haar mening mag uitspreken.

Dat recht van meningsuiting gebruiken we in Nederland op veel manieren. Tijdens demonstraties, bij het koffieapparaat, aan de talkshowtafel of op het schoolplein. Overal spreken we ons over uit, hebben we onze mening klaar. En hou me ten goede: het mag allemaal. Maar we veroordelen soms wel erg snel mensen zonder het héle verhaal te kennen, we sluiten mensen uit die niet passen in ons denkbeeld. We gebruiken soms wel erg veel volume. En daar wordt de wereld niet altijd mooier van.

Laten we ook hier leren van de lessen uit de Tweede Wereldoorlog. Laten we ervoor waken onze mening te verharden, en ons te verdelen. Schade door uitsluiting of discriminatie is snel toegebracht. En ja, vaak volgen er excuses, maar dan is het leed al geleden.

Durf soms je mening even uit te stellen. Stel eerst een paar vragen, durf de andere kant van een verhaal te zoeken. Dat vraagt moed.

Moed is wat ons in Nederland heeft samengebracht. Vandaag eren wij hen die de moed hadden om voor ons de strijd aan te gaan. Vandaag zetten we weer een stap in het ontwikkelen van onze herinneringen.

Vandaag zijn wij twee minuten stil. Stil om ruimte te geven aan de herinneringen, de persoonlijke verhalen, die ons tot op de dag van vandaag leren hoe ontwrichtend een oorlog is. Herinneringen aan hen die vielen.

Herinneringen die we levend moeten houden. Herinneringen waarnaar we moeten leven. Zodat we ons elke dag realiseren hoe bijzonder het is om in vrijheid te mogen leven.