Verslag werkgroep Monnikendreef 14 december 2022

Aanwezig zijn een aantal bewoners, de projectleider en communicatieadviseur van de gemeente en de directeur van de gemeente. Hij legt het proces tot nu uit en beantwoordt vragen.

De werkgroep is geen vertegenwoordiging van de wijk en heeft geen mandaat om namens de wijk iets te beslissen. De werkgroep bestaat uit een aantal wijkbewoners die gehoor hebben gegeven aan de oproep van de gemeente om met elkaar in gesprek te gaan en mee te denken. Zij zijn voor de gemeente een klankbord bij de verdere uitwerking van de locatie Monnikendreef.

De directeur licht het proces toe. De gemeente heeft naast de aanpak van de woningcrisis ook de opdracht van het Rijk gekregen om een aantal statushouders te huisvesten in de gemeente. Hiervoor zijn beschikbare locaties in beeld gebracht. De Monnikendreef was één van die locaties. De gemeenteraad heeft besloten de locatie Monnikendreef 4 aan te wijzen als locatie voor de bouw van flexwoningen. De uitvoering is aan het college. Naast Monnikendreef zijn ook nog andere huisvestingslocaties nodig.

De hoeveelheid tijdelijke woningen op de locatie Monnikendreef is afhankelijk van de exploitatie en de mogelijkheden van de locatie. Bij de eerste bewonersavond is een voorstel gepresenteerd aan de wijk. Naar aanleiding van de reacties dat er te veel alleenstaanden zouden komen, is het plan hierop aangepast. Er komen nu meer stellen en kleine gezinnen in plaats van alleenstaanden.

De aanwezigen benoemen hun zorgen over het toevoegen van een grote groep nieuwe en onbekende mensen aan de wijk, over verkeer en veiligheid, het tijdelijke karakter van de flexwoningen en hun vele vragen en onzekerheid over wat er komt nadat de flexwoningen weggaan.

De directeur geeft aan dat het besluit om daar flexwoningen te bouwen vast staat, maar dat de gemeente de ’problemen die in de wijk hierbij ervaren worden graag concreet wil maken. Dan kunnen we samen met politie, de woningbouwcorporatie en andere partners kijken wat er mogelijk is. Voorbeeld is de onveiligheid die de aanwezigen in de wijk ervaren. Waar komt dit door, wanneer en hoe vaak speelt het en welk veiligheidsniveau streven we met elkaar na?

Hij snapt de zorgen van de aanwezigen en wil die zorgen ook in samenspraak met het gemeentebestuur op gaan pakken.

Over de statushouders legt hij uit: we krijgen aantallen toegewezen, we weten dan nog niet wie er komen. Doel is dat de mensen een woning krijgen. Daarna kan dan de inburgering goed worden opgepakt. Als je een status hebt, mag je werken. Duimen draaien is niet goed. Integreren is kennis maken met de buurt en kijken wat je daar kunt doen.. Zo krijgen deze nieuwe inwoners het gevoel dat ze een eigen plek hebben en mee kunnen doen.

Tegelijkertijd ziet hij dat de komst van nieuwe inwoners in de wijk zorgen meebrengen. De gemeente wil daar niet voor weglopen, maar samen met de inwoners werken aan verbeteringen en oplossingen daarvoor.

De projectleider kijkt terug op de 1e bijeenkomst van de werkgroep. Daarin is verkend welke thema’s bij de komst van de flexwoningen spelen en welke mogelijkheden daarbinnen zijn. Zo is afgesproken dat er een bomeninventarisatie komt, naar de parkeerplaatsen die bij het project zijn ingetekend en andere onderwerpen zoals geluid, overlast, verkeer/parkeren en beeldkwaliteit. In de volgende bijeenkomst gaan we hier concreter naar kijken. De gemeente bereid dat voor. De aanwezigen willen graag weten welke invloed nog mogelijk is en de informatie op tijd ontvangen. Dat is afgesproken: de gemeente stelt een lijst op van onderwerpen waarover de werkgroep de volgende keer kan spreken en stuurt vooraf informatie toe.

Dit verslag wordt niet vastgesteld. Het is slechts een korte weergave van de bijeenkomst en dient als actielijst.